maandag 14 november 2011

Formule (2)




Zoals beloofd, hier is de blauwdruk van Pulpschrijver Lester Dent.  6000 woorden is ongeveer 16 A4-tjes. Ik laat hem zelf aan het woord:
"Dit is de formule, de blauwdruk voor ieder pulpverhaal van 6000 woorden. Dit gaat op voor avonturen- detective- en pilotenverhalen. De blauwdruk vertelt je precies waar in het verhaal wat moet staan, wat er moet gebeuren in elke opeenvolging van duizend woorden. Alle verhalen die ik op deze manier heb geschreven zijn verkocht. De bouw van een verhaal verschilt niet zo veel van alle andere bouwwerken.           

Zo begin je. 
  1. (TELKENS) EEN ANDERE MOORDMETHODE DIE DE SCHURK GEBRUIKT
  2. EEN ANDER VOORWERP, WAAR DE SCHURK  NAAR OPZOEK IS
  3. EEN ANDERE OMGEVING
  4. EEN GEVAAR DAT ZICH ALS EEN DONKERE WOLK BOVEN DE HELD SAMENPAKT.

Eén ervan is al goed, twee is beter, drie is helemaal mooi. Het helpt wel als je dit van tevoren goed hebt overdacht, voor je aan de rest begint.

Een andere moordmethode is, nou ja, anders. Schieten, steken, vergiftigen, wurgen, gifspuiten, schorpioenen, wat dan ook, als je ze opschrijft kom je misschien op betere ideeën. Giftige schorpioenenbeten? Misschien muggen of muskieten die dodelijke eieren leggen…!

Als de slachtoffers worden omgebracht op een normale manier, maar steeds onder vreemde of identieke omstandigheden, is het ook goed. De lezer mag natuurlijk tot op het laatst niet weten dat de moorden eigenlijk heel normaal zijn. Schrijvers die de slachtoffers van hun schurken achterlaten met vlinders, spinnen of vleermuizen op hun lichaam gestempeld, spelen waarschijnlijk met dit kunstje.

De moordmethodes moeten natuurlijk niet te gek, fantastisch of grotesk worden. Dat verkoopt niet.
Het bijzondere ding waar de schurk achteraan gaat kan iets anders zijn dan de gebruikelijke juwelen, gestolen buit, parels, etc; maar ook in dit geval moet je het niet te bizar maken.
Bijzondere omgeving? Makkelijk! Kies er een die past bij de moordmethode en het ding dat de schurk wil hebben. Dat maakt het gemakkelijker, en het is leuk om een omgeving te kiezen waar je hebt gewoond en gewerkt. Zo veel pulpschrijvers doen dat niet. Het voorkomt verlegenheid als je bijna evenveel weet als de redacteur op dat gebied, of in ieder geval genoeg om er mee weg te komen.
Een kunstje om couleur locale te suggereren: Voor een verhaal dat zich in Egypte afspeelt zoek je het boek ‘Egyptisch voor Onderweg’ op of zoiets. Je wil een personage in het Egyptisch laten vragen: ‘Wat is er aan de hand?’ Je kijkt in het boek en vindt: ‘El khabar, eyh?’ Om te voorkomen dat het de lezer gaat duizelen is het misschien wijs om op een slimme manier duidelijk te maken wat het betekent. Soms maak je het door de context duidelijk, soms vertaalt een personage het in het Nederlands. Maar het is een twijfelachtige manoeuvre om het verhaal te stoppen en de lezer de vertaling op te dienen.
Je komt erachter dat ze in Egypte palmbomen hebben. Je kijkt in het boek, vindt het Egyptische woord voor Palmboom, en je gebruikt dat. Zo geef je lezers en redacteuren het idee dat ze zelf iets van Egypte af weten."
    Na dit denkwerk volgt morgen het tweede gedeelte van de blauwdruk. Een 6000-woorden verhaal bestaat uit vier gedeelten van 1500 woorden (4 A4-tjes) Ieder deel heeft een eigen functie en inhoud. Lester Dent leidt je door ieder deel, vertelt wat waar moet gebeuren en waar de accenten in het verhaal liggen.

    Geen opmerkingen:

    Een reactie posten