zaterdag 25 februari 2012

Monotoontje 5

Het succes van DE BREKER heeft iedereen verrast. Er hangt een grimmige sfeer op school.
Roeland Betjeman van Monotootje staat voor de deur van mijn vriend Kees.  Het regent.

‘In Godsnaam man,’ jammerde Roeland Betjeman. ‘Wat wil je nou?’

Kees had zijn hoed niet op omdat hij thuis was. Hij stond met zijn zij tegen de kleine radiator in de gang, terwijl Betjeman zo langzamerhand totaal doorweekt raakte. 

‘Wat ik wil,’ grinnikte Kees zonder het minste gebaar te maken die hem uit zou nodigen binnen te komen, 'is niks.' 

'Niks?' bibberde Betjeman. 'Jij bent onze krant aan het kapotmaken en je wil er niks mee?'

'Voor zover ik weet niet. Ik zou het niet weten. Hoezo?'

'Je bent niet op zoek naar een betere positie? Kunnen we op een of andere manier niet iets doen waardoor je bij ons comfortabel gaat voelen?'

Kees keek Roeland strak aan.

'Ik bedoel,' ging Roeland aarzelend verder, 'je bent  bij ons niet netjes behandeld, dat geef ik toe. We hebben de tijd en de sfeer op school misschien wat verkeerd ingeschat. Jij had gelijk, wij waren fout. Zou je niet weer zitting willen nemen in onze redactie?  We beloven dat je een behoorlijke stem in de besluitvorming gaat krijgen.'

'Tja,' zei Kees. Het regende al hard, maar nu scheurden de wolken helemaal open. Het waren geen druppels meer die vielen, maar het was alsof iemand een enorme kraan had opengezet. 'Ach, wat zal ik zeggen. Ik weet het niet.'

'Je weet het niet?'

'Nee. Ik bedoel - stel dat ik dat zou gaan doen, wat ik niet denk, waar blijven mijn vrienden dan?'

Roeland Betjeman slikte. 'Die doen gewoon met ons mee.'

'Hm,' zei Kees. Uit de lucht kwam donder en bliksem. 'Nou, ik weet het niet hoor.'

'Denk er alsjeblieft over na. God, man, ik sta hier te verkleumen. Mag ik alsjeblieft even naar binnen?'

'Dus je zegt dat onze redactie bij die van jullie moet komen,' zei Kees, zonder in te gaan op Roelands smeekbede om te schuilen.

'Jullie moeten niks. We vragen het jullie.'

'Dat zie ik niet zo zitten. Een paar van mijn vrienden zien sommige van jullie redactieleden niet zitten. Mijn beste vriend zegt dat die Mieneke een domme koe is en dat hij niet met haar in een ruimte wil zitten. Wat ik me trouwens erg goed kan voorstellen.'

Roeland Betjeman slikte. 'Dat is goed,' zei hij. 'Daar valt over te praten. Dat is voor ons een enorme klap, maar er valt ove te praten. In ruil daarvoor zou ik dan willen bedingen dat ik, terwille van de continuiteit, hoofdredacteur blijf.'

Kees glimlachte. Later vertelde hij me dat hij zin had Roeland keihard in zijn gezicht uit te lachen. Hij deed het alleen niet om het plezier te rekken. 'Nou, heb het er maar eens over met die suffe redactie van jou.'

*
De redactie van Monotoontje was, zoals gewoonlijk de laatste tijd, verdeeld. Natuurlijk, er bleven een of twee redactieleden vierkant achter hem staan, maar die zeiden dat met zoveel bravoure, dat Roeland, nog hoestend van de kou die hij in de regen had opgelopen, er niet zeker van kon zijn of hij hen kon vertrouwen. Er werd besloten Kees en zijn vrienden toe te laten tot de redactie. Mieneke nam huilend, schreeuwend, briesend, asbakkengooiend afscheid. Kees zou in naam assistent-hoofdredacteur worden, maar in feite volledige zeggenschap over de inhoud krijgen.

Al tijdens de eerste vergadering vond Kees dat Roeland procesvertragend werkte, en unaniem werd besloten dat Roeland zich maar een tijdje niet met de schoolkrant moest bemoeien. Dat brak Roelands hart. Hij had zich vanaf het begin enorm ingezet voor de schoolkrant, hij had Monotoontje van een doorsnee schoolkrantje succesvol tot een intellectueel hoger peil gebracht en nu werd hij de laan uitgestuurd. Het greep hem zo aan dat hij stopte met de school en zijn studie afmaakte in een kleinere stad. Later deed hij iets in de lokale politiek, waar hij een vrij kleurloos bestaan leidde.

Er kwamen twee nummers uit van het vernieuwde Monotoontje, met de nieuwe redactie. Daarna was voor Kees de lol er af.  Op de een of andere manier kon hij de geest niet terugvinden die ze in DE BREKER hadden aangeroepen. Monotoontje stierf een zielloze, onopgemerkte dood. De school pakte de draad weer op, de studenten waren de gebeurtenissen al gauw vergeten en voor zover er draden waren blijven liggen, werden die weer opgepakt. Als er, na een paar maanden al,  onder de radiatoren van de kantine een snipper papier werd gevonden, wist niemand meer waar die van was. Alles bleef bij het oude. Niemand miste de schoolkrant. 


Alleen de sfeer op school was op de een of andere manier voorgoed wat grimmiger geworden.


Einde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten