zaterdag 18 februari 2012

Bolletjes

(Bron: Klik op foto)
We waren onderweg naar huis. We hadden koffie gekocht in Amsterdam Centraal. Grote sloten Starbucks.
'Zo, lekker koffie he?' zei de meneer tegenover ons.
Ja. De koffie smaakte.
'Moet kunnen. Ja toch? Vind ik wel.' zei hij gezellig.
We waren het met hem eens. We behoorden tot de groep mensen die vinden dat je koffie moet kunnen drinken en we hebben dus een verklaard medestrijder gevonden.
'Ja. Moet kunnen. Eerst een of twee bolletjes, en dan ja, hop, koffie,' zei de meneer. Met bolletjes bedoelde hij borreltjes.
'Een of twee bolletjes, of meer, waarom niet, en dan hop koffie, en dan naar huis, en dan nog een of twee bolletjes en dan hop slapen,' ging hij verder.
'U houdt wel van een borreltje,' probeerde ik.
'Ja maar,' zei hij, 'Hier in hoofd-' en hij wees naar zijn slaap, '-hier in mijn hoofd moet het goed zitten. Als ik merk: niet goed, dan hop afglopen.'
'Geen borreltjes meer?'
'Geen bolletjes meer. Dan eerst koffie.'
'En daarna weer borreltjes?'
'Daarna weer bolletjes.'
We reden Weesp uit, duisternis van het Naardermeer in. Het verzoent je met de werkelijkheid om mensen met principes tegen te komen, die moeiteloos de kleur aan kunnen nemen van 'moet kunnen'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten