woensdag 22 februari 2012

Monotoontje 2


Op de redactietafel lag een grote, geopende envelop 'Aan de redaxie'. De inhoud van de envelop, een reeks artikelen en tekstbijdragen, lag over het blad verspreid. Aan de ene kant van de tafel zaten Roeland Betjeman, de hoofdredacteur, en de andere redactieleden. Aan de andere kant zat mijn vriend Kees in zijn  eentje, met zijn onafscheidelijke fedorahoed naast zich.  Hij grijnsde onophoudelijk, ondanks de ernst van de situatie. Iemand die hem kende zou hem nog nooit zo in zijn element hebben gezien als nu.

Het was niet niks. De artikelen waren in één bierdoordrenkte avond bij elkaar geschreven door Kees en zijn vrienden. In het ene werd de seksuele uitspattingen van de directeur beschreven, in het andere werd onthuld dat de kantinebeheerder in de soep piste die hij in de pauze uitdeelde, in weer een ander artikel werd het drankgebruik van de leraar Aardrijkskunde van Lier aan de kaak gesteld. (Moet de naam van Evert van Lier uitgesproken worden als Jenever en Bier?) Dat van de kantinebeheerder was niet helemaal waar, maar de rest was niet helemaal een leugen.

'Wat moet dit voorstellen?' vroeg Roeland Betjeman, die door de artikelen bladerde alsof het vieze doekjes waren.
'Wat wil je hier nou toch mee?' piepte Mieneke, die cultuur deed.
'Gewoon,' zei Kees  'Ik zou graag willen dat je deze interessante artikelen, die in het belang zijn van deze school, in Monotoontje plaatst.'
'En jij denkt dat we dat gaan doen!' 
'Ja, dat denk ik. De studenten hebben er recht op dit te weten. Wat is er mis mee? Zitten er te veel taalfouten in?'
'Dat niet,' moesten ze toegeven, ' Het gaat om de inhoud.'
'Hoe bedoel je? Is het te nietszeggend?'
Nee, dat was het ook weer niet.
'Is het dan niet waar?'
'Het is overdréven!'
'Maar is het niet wáár?!' 
'Dat van die soep is niet waar, zei Mieneke (cultuur) na een korte stilte.
'Dan heb je die zeker nooit geproefd' grinnikte Kees. Een of twee redactieleden grinnikten onwillekeurig met hem mee.

Kees ging breeduit zitten. Hij balanceerde zijn hoed op zijn vingers. 'Maar Roeland. Weet je dan niet wat satire is? Het is een geintje man! Sinds wanneer heb je geen gevoel voor humor?'
'Dit zijn geen grapjes,' zei Roemer Betjeman, 'dit is pesterij. En dat is niet hetzelfde. Denk je dat ik satire niet kan waarderen? Seth Gaaikema en zo?' - Seth Gaaikema was een sympathieke man, die grappen verzon die op de een of andere manier de plank nét missloegen, maar wel aantrekkelijk werden gevonden door een groot publiek. Hij had geen verkeerder voorbeeld kunnen noemen.

'Hm,' zei Kees peinzend. 'Dus jullie plaatsen deze relevante artikelen niet?'
'Geen sprake van,' zei Roemer Betjeman. 'Maar mocht je ooit  een echt serieus artikel schrijven, dan plaatsen we die met alle soorten van genoegen.'
'Oké,' zei Kees. Hij zette de hoed stevig op zijn hoofd, raapte de artikelen bij elkaar  en verliet het redactielokaal. Terwijl hij de redactieleden achter zijn rug opgelucht hoorde ademhalen, zag hij zijn vrienden op de gang, die ongedulddig op hem stonden te wachten.
'We kunnen!' riep hij.
'Joepie!' riepen zijn vrienden. Dit was nog eens iets anders dan vechtpartijtjes uitlkken in de kroeg en aardige, hardwerkende kassameisjes hardop in hun gezicht boeren.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten