woensdag 29 februari 2012

Klucht

Ik kijk naar een doos met oude toneelstukken. Jaren geleden, toen ik in de twintig was, struinde ik de bibliotheek in Groningen af naar kluchten. Die nam ik dan mee naar huis en kopieeerde ze bij 't Hartje op de Korreweg. Gaatjes er in, ringetje er door, klaar. Een stuk dat ik al jaren zocht, lag er bij (De Italiaanse strohoed, een klucht van Labiche, met de snelheid en de humor van Fawlty Towers) en een komedie van Tristan Bernard, Le petit Café;  diverse kluchten en komedies van Feydeau in vertaling - mooi spul allemaal. Ik herinner me dat ik niet was geïnteresseerd in het typisch Franse van dat soort stukken, ik was vooral benieuwd naar hoe die dingen in elkaar staken. Ik leerde later over Georges Feydeau dat hij een chagrijnige man was, die zijn kluchten sigarenrokend en koffiedrinkend in een café schreef. Hij lachte nooit, maar het publiek des te meer en hij zorgde er wel voor dat hij er behoorlijk aan verdiende.  Ik vond, en vind nog steeds, het werk geniaal. De geraffineerde opbouw van de scenes zijn nog steeds een voorbeeld. Exposé? - Een man ligt met een ontzettende kater in zijn werkkamer, onder de divan. Zijn vriend komt hem opzoeken. Humor komt van de bediende van de man, die al te doorzichtig het onverantwoorde gedrag van zijn baas probeert te verantwoorden. (O nee, hij drinkt alleen maar water - en dat lengt hij nog aan met melk ook!) Na verloop van tiojd word je als publiek ook nieuwsgierig naar wat er eigenlijk is gebeurd. Vooral dat heb ik geleerd: Eerst moet je publiek willen weten wat er aan de hand is, voor je vertelt wat er aan de hand is!
De doos ga ik bij het oud papier doen. Maar eerst scan ik de toneelstukken in op de computer, zodat ik tot in lengte van dagen mijn oorspronkelijke inspiratiebronnen ter beschikking heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten