vrijdag 7 oktober 2011

Liefhebbers

Bijna bewonderenswaardiger dan de topsporters zijn de liefhebbers van sport. Liefhebber van iets zijn vind ik al heel wat, bijvoorbeeld liefhebbers van muziek, van vrouwen, van speelgoedautootjes, van mannen of van mooie spullen, maar de liefhebbers van sport steken er in hun toewijding er toch wel met kop en schouder bovenuit. O, als je maar één procent het leven zo kunt omarmen als een sportliefhebber hun sport. Want als een sportliefhebber één ding niet is, dan is dat cynisch. De volledige overgave van de sportliefhebber, de verzaligde en extatische high bij een overwinning van hun helden en de zwarte, diepe droefheid bij verlies, op een manier waarbij woorden tekortschieten, maakt dat de liefhebber een held van zichzelf is. Niemand staat dichter bij de Grote Emoties als de sportliefhebber. Schrijven over sport schiet tekort omdat het maar een zwak, intellectueel, aftreksel is van de fysieke, luidruchtige, dierlijke extase die bij het werkelijke beleven van het Sportmoment om de hoek komt kijken. Maar toch, ook dat is al heel wat. Wie over sport schrijft is beperkt. Literatuur vraagt tegenwoordig om een zekere afstand tot de materie, de toon kan gereserveerd zijn. Bij sport past maar één toon: die van de lof. De dithyrambe. Was ik maar sportliefhebber.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten