donderdag 20 oktober 2011

God

Enkele dagen geleden zat ik naast God. Een aardige, ontzagwekkende kerel. Vrij nuchter ook, niet iemand die van artistieke poespas houdt, een man die pas wat zegt als er iets te zeggen valt. Hij is twee meter vijftien groot, hij moet bukken als hij door een deur moet en als hij een hand geeft zul je merken dat die vriendelijk aanvoelt. God is ongeveer 36 jaar, is wereldkampioen K-1 vechten en hij heet Semmy Schilt.  De reden dat ik hem God noemt is dat hij het is - in Japan. Als hij daar uit het vliegtuig stapt is het alsof de grond van het ene op het andere moment een meter zakt. De gehele bewonderende massa gaat ogenblikkelijk voor hem op de knieën. Thuis,  als hij door -laten we zegen- de Herestraat loopt, trekt hij -behalve vanwege zijn lengte en breedte- nauwelijks bekijks. Zijn sport wordt hier slechts door een kleine club mensen op waarde geschat. Het is een vechtsport waarbij je mag boksen, schoppen en knietjes geven. Als je iemand knockout slaat heb je gewonnen. Je krijgt 3 keer 3 minuten om dat voor elkaar te krijgen. Tenzij je zelf knockout wordt geslagen. Als je tegen hem zegt  'Je moet wel gek zijn om je in zo'n ring bewusteloos te laten slaan,' zegt hij: 'Vertel me eens een wat minder stompzinnig cliché'. Nederlanders doen het erg goed in deze sport, terwijl het in Japan het meest populair is. Als je in Tokyo wereldkampioen wordt heb je meteen vier ton binnen. Mijn vriend, de acteur Mads heeft les bij hem. 'Wij kunstenaars krijgen de klappen,' is zijn redenering. 'Het is tijd om terug te vechten.' 'Goed,' heeft Sem gezegd. 'Dan leer je mij toneelspelen, want ooit moet ik ook uitkijken naar een ander beroep.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten