Klucht

Ik kijk naar een doos met oude toneelstukken. Jaren geleden, toen ik in de twintig was, struinde ik de bibliotheek in Groningen af naar kluchten. Die nam ik dan mee naar huis en kopieeerde ze bij 't Hartje op de Korreweg. Gaatjes er in, ringetje er door, klaar. Een stuk dat ik al jaren zocht, lag er bij (De Italiaanse strohoed, een klucht van Labiche, met de snelheid en de humor van Fawlty Towers) en een komedie van Tristan Bernard, Le petit Café; diverse kluchten en komedies van Feydeau in vertaling - mooi spul allemaal. Ik herinner me dat ik niet was geïnteresseerd in het typisch Franse van dat soort stukken, ik was vooral benieuwd naar hoe die dingen in elkaar staken. Ik leerde later over Georges Feydeau dat hij een chagrijnige man was, die zijn kluchten sigarenrokend en koffiedrinkend in een café schreef. Hij lachte nooit, maar het publiek des te meer en hij zorgde er wel voor dat hij er behoorlijk aan verdiende. Ik vond, en vind nog steeds, het werk geniaal. De geraffin...