maandag 22 april 2019

Niks om te schrijven

Wat moet je schrijven als je niks hebt om over te schrijven? 
- Ik denk eerlijk gezegd dat het goed is om niets te hebben om het over te hebben. Misschien is het beste deel van een gesprek wel het deel waarin iedereen is uitgepraat. De stokpaardjes zijn bereden, de meningen uitgewisseld, er is niets meer. En wat er dan, met moeite, nog gedaan wordt, is misschien precies waar het over gaat.
Ik neus wat in de boekhandel en zie dat de best lopende boeken 'ergens over gaan'. Over een stuk geschiedenis, over dramatische gebeurtenissen, over de strijd tegen een of andere ziekte, over hoe vrouwen behandeld worden door hun mannen, over overleven in een oorlog - en het boek verkoopt nóg beter als de schrijver ervan een en ander aan den lijve heeft meegemaakt. Ik ben vaak jaloers op die schrijvers. Vroeger dacht ik 'Ja, die W.F. Hermans had het maar makkelijk. Die heeft de oorlog meegemaakt'.
Als je een boek of een film of een toneelstuk bedenkt moet je van tevoren weten waarover het gaat, anders zit je zonder geld. Krijg je geen subsidie, weten de anderen niet wat ze moeten doen, waar ze hun geld en energie in zullen steken. Dus besteed je heel veel tijd aan iets te verzinnen wat je beter had kunnen formuleren aan het eind, na lang bedenken, schrijven, veranderen, schrappen en omgooien.
Zo wil ik al twintig jaar iets schrijven over de familie van mijn vader, die, angstig geworden door een voortdurende stroom rampverhalen over overbevolking, communistische dreiging en een slappe overheid besluit naar Australie te emigreren. De helft van de familie vertrekt en degene met de heiligste woede, de initiators en de geestelijk leiders van de familie, krijgen op het laatst koude voeten en blijven thuis.
Ik zal het niet maken. Doordat het idee, voor zover het een idee is, er al zo lang ligt, is het een ding geworden, een verplichting, een flaptekst van een voltooid boek, een samenvatting in een recensie, een heel landschap, maar geen grond waaruit iets kan groeien. Ik moet niet tegen mezelf zeggen: ik ga een verhaal over Australie maken, ik moet tegen mezelf kunnen zeggen: het nergens over, ik heb geen onderwerp, ik heb niets. Net als in een doodgelopen gesprek. Wat er na dat niets komt, daar gaat het om.
De stukjes die ik op dit medium schrijf zijn het resultaat van gedichtenflitsen die zich zonder enige aanleiding aan me opdringen. Ik loop een rondje hard en krijg een onweerstaanbare zin iets te schrijven rond de vraag 'moet het altijd ergens over gaan?'
Bij grotere projecten dan een klein stukje op Facebook werkt het natuurlijk wat anders, dan gaat het niet altijd over onweerstaanbare zin, je moet vaak ook doorbijten en zin maken, maar toch, ergens moet ik dat geheime privé gevoel, het abstracte maar voor mezelf volkomen heldere idee, de 'glanzende kiemcel', zoals Vestdijk dat noemde, steeds blijven koesteren en voeden.
Ik heb eens meegemaakt dat ik met acteurs en een regisseur een stuk aan het ontwikkelen was. (Het moest ergens over gaan) Het was een akelig proces. Er was een eerste versie, die ik veel te vroeg, want deadline, inleverde. Toch moest het worden gepresenteerd aan het hele team. Niemand vond er wat aan. Daarna kwamen er vergaderingen waaruit bleek dat alles anders moest. Ik raakte dat 'iets', de abstracte kern, de nestgeur van het verhaal dat ik nog niet kende, kwijt. Daarna kon ik schrijven wat ik wilde, het kon allemaal in de prullenmand. Het was niet 'ik', een een ander kon er ook nog eens niets mee. De premieredatum naderde en de acteurs en regisseur hebben hun reet gered met een aardige, maar niet zo heel erg gelukte voorstelling.
(Ik denk trouwens heel vaak aan mislukkingen. Ik hoef maar iets te schrijven dat in de verte doet denken aan zo'n periode en ik verlies al mijn zelfvertrouwen)
Wat je wil, wat ík wil, is een ding maken. En dat het een goed ding is, dat voor zichzelf kan spreken. Dat niet per sé een akelige ziekte of dramatische gebeurtenis uit het nieuws tot onderwerp heeft. Als het toevallig zo uitkomt dat er een onderwerp insluipt waar ze op de televisie en in de krant ook mee bezig zijn, dan hou ik dat niet tegen, maar het is ook niet het uitgangspunt
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik meestal in opdracht werk en dat ik daardoor al veel krijg aangereikt, waaronder vaak het onderwerp. Nu heb ik geleerd dat ik in de gunstige gevallen door zo'n gegeven onderwerp mijn eigen thema's ontdek. In ongunstige gevallen, zoals het mislukte project dat ik hierboven beschreef, is dat niet zo.
Een vriend van mij vraagt, als ik weer eens in de hopeloze mist van een nog onduidelijk werkproces verkeer: 'Wat is het plot?' - En altijd moet ik zeggen: ik weet het niet. Het uitspreken van vage ideeën banaliseert die zelfde ideeën en ze gaan kapot. Een plot kan een verhaal in beweging krijgen, maar mij niet. Een plot verzinnen heeft dat doelgerichte dat een goed creatief proces in de weg staat, althans zo vergaat het mij.
Maar wat dan?
Ik lees een boekje van Peter Esterházy over voetbal. Hij beschrijft hoe iedereen doelgerichte strategieën in het veld heeft om aan de bal te komen, behalve één persoon, die een stap terug doet en op een op het oog onlogische plaats gaat staan. Hij is niet doelgericht bezig met het oplossen van een probleem, maar door een stap terug te doen maakt hij een ruimte waarin iets kan gebeuren.
Misschien is het dat wat je moet doen als je iets wil schrijven terwijl je niks hebt om over te schrijven. Een stap terug doen en de ruimte vinden waarin iets kan gebeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten